Op 11 november is deze brief verzonden aan de vaste commissie VWS, met het verzoek een aantal belangrijke vragen te laten beantwoorden door de minister.
Aan de vaste commissie VWS
11 november 2025
Geachte leden van de commissie,
Wij hebben kennisgenomen van de reactie van het RIVM (11 juli 2025) en de reactie van de minister (16 oktober 2025) op vragen van het Kamerlid De Korte over de “reflectie op het oversterfte model”. Zowel het RIVM als de minister zijn het daarbij eens over de volgende conclusies:
- Het RIVM-model is er primair op gericht kortdurende oversterfte te signaleren
- Het RIVM-model is ongeschikt voor het signaleren van lange termijn trends
- Voor het signaleren van lange termijn trends zijn indicatoren zoals levensverwachting en bevolkingssamenstelling (“vergrijzing”) nodig. Die gebruikt het RIVM niet.
- Het RIVM verwijst naar het CBS voor het verkrijgen van deze signalen.
Samenvattend: het RIVM zal geen alarmsignalen afgeven als er langdurige oversterfte is.
Als we echter naar de prognoses van het CBS kijken, dan zien we dat ook het CBS sinds 2023 is overgegaan op de rekenwijze van het RIVM. Dit is geïllustreerd met deze tabel:
De prognoses van het CBS zijn vermeld in de kolommen “CBS oud” en “CBS nieuw” en afkomstig uit hun publicaties Kerncijfers 2019-2060, 2021-2070 en 2023-2070. De oude cijfers 2023-2024 zijn afkomstig uit de prognose uit 2021. De cijfers in de kolom “CBS oud” volgen de demografische ontwikkeling, de nieuwe cijfers komen vrijwel overeen met de RIVM-cijfers, waarvan het RIVM heeft gemeld dat ze ongeschikt zijn voor het vaststellen van langdurige oversterfte.
We zien dat de oversterfte volgens de oude CBS-prognoses nog aanhoudt, maar volgens de RIVM-rekenwijze en nu ook het CBS vrijwel verdwenen is (het geel ingekleurde deel).
De leidt ons tot de volgende vragen aan de minister:
- Bent u bekend met het feit dat het RIVM geen signalering kan geven over het optreden van langdurige oversterfte?
- Bent u bekend met het feit dat inmiddels ook het CBS deze signalering niet meer kan geven?
- Het Kamerlid Thiadens heeft vragen gesteld over de zorgwekkende oversterfte, met name bij vrouwen rond de 40 jaar die een oversterfte van 30% hebben. De minister heeft hierover geen signalen van het RIVM gehad. Deelt u alsnog de zorgen van Thiadens?
- Het RIVM suggereert dat er een ander rekenmodel noodzakelijk is voor het vaststellen van aanhoudende oversterfte. Bent u bekend met ons voorstel om daartoe het begrip Normsterfte te introduceren?
- Bent u bereid om dit Normsterfte model nader te onderzoeken?
Graag ontvangen wij van u een schriftelijke reactie op deze vragen.
Met vriendelijke groet,
Drs Herman Steigstra
Drs. Anton Theunissen
