In weerwil van de politieke statements manifesteert de oversterfte zich steeds nadrukkelijker. Inmiddels zijn we aangeland in de fase waarin het RIVM alles uit de kast haalt om de cijfers uit de schijnwerpers te houden. De baseline is fors naar boven bijgesteld, door de op een andere manier te berekenen (Zie: Oversterfte: van CBS naar RIVM). Ook worden de incomplete cijfers van de laatste week getoond om daar vervolgens de conclusie aan te verbinden: “Niet verhoogd”. Ook Engeland heeft inmiddels op deze wijze de rekenwijze aangepast.
Maar er is veel meer dan de werkelijke sterfte vergelijken met iets dat je verwacht op basis van een model. Door meer sterfte te verwachten, kun je later inderdaad zeggen: dit hadden we verwacht, dus vinden we het geen oversterfte meer. Wat echter niet te negeren is, dat is het sterk veranderde patroon in de sterfte. Ik laat het zien.
Seizoenseffect
Al zolang het RIVM de sterftecijfers bijhoudt, zien we een seizoenseffect in deze cijfers. In de winter sterven er meer mensen dan in de zomer. In de winter is ons immuunsysteem minder opgewassen tegen de virussen die ons voortdurend belagen dan in de zomer. Dat effect is groter bij ouderen dan bij jongeren. Het RIVM houdt het voor 80+ op 19% verschil tussen zomer en winter, voor 0-65 jaar op 4% zoals af te leiden uit de cijfers op de website. Gemiddeld voor alle leeftijden is dat verschil 16%.
Als we kijken naar een jaar zonder griep, dan zien we dit patroon het duidelijkst, bijvoorbeeld in het seizoen 2018/2019:

De blauwe lijn is de werkelijke sterfte voor alle leeftijden. De lichtblauwe band is de bandbreedte, berekend volgens de RIVM-methode. De dunne lijn in het midden van deze band is de gemiddelde waarde die verwacht wordt voor elke week van het jaar. De breedte wordt uitsluitend bepaald op geleide van de statistische onzekerheid in de cijfers. Als de weekwaarde buiten dit interval ligt, dan kan gezegd worden dat het met 99% zekerheid niet op toeval berust en dus is er dan in die betreffende week sprake van oversterfte (of ondersterfte als de waarde er aan de onderkant uitsteekt). We zien dat inderdaad vrijwel alle weekwaarden binnen het interval zitten.
Omdat de Nederlander steeds ouder wordt en de bevolkingssamenstelling ook voortdurend verschuift (de vergrijzing en de “babyboom”), schuift deze blauwe band gedurende jaren langzaam omhoog, ongeveer 0,5% per jaar.
De griep van 2018
In 2018 was er een griepgolf.

Van januari tot april overleden er ongeveer 5800 mensen aan deze griep. In mei zien we dan de ondersterfte, karakteristiek voor een respiratoire ziekte. Griep heeft voor veel mensen het moment van overlijden een aantal maanden vervroegd. Uiteindelijk blijkt dat de griep een netto sterfte heeft veroorzaakt van rond de 35% van de griep zelf.
De eerste corona golf
Corona kwam pas aan het einde van het griepseizoen, de laatste week van februari (corona moest eerst helemaal uit China komen).

De combinatie van een nieuw virus, het einde van het griepseizoen en de angst die ons overspoelde en ons thuis hield, zorgde voor een kortere, fellere golf in vergelijk tot de griep. Maar verder heeft het alle cijfermatige kenmerken die een respiratoir virus heeft. De oversterfte werd ook volledig verklaard door de sterfte door corona zelf.
Het aantal overlijdens aan corona lag iets hoger dan bij de griepgolf: rond de 8500. Maar ook hier zien we dezelfde ondersterfte ontstaan in de maanden na de sterftegolf zelf.
Tot zover eigenlijk niets bijzonders, maar wel met als grote verschil dat de media (onder aansturing van de WHO) hier enorm veel publiciteit aan geweid hebben en daarmee ons gedrag beïnvloedden. Lockdowns legden het openbare leven stil, traditionele behandelmethoden werden verboden op straffe van juridische vervolging.
De tweede golf

Al in de herfst van 2020 begon de tweede golf (of eigenlijk waren het drie golven), voorafgegaan door extra sterfte als gevolg van een hittegolf in augustus. De eerste herfstgolf was feitelijk de voortzetting van de eerste golf, die afgebroken werd door het stilleggen van het maatschappelijke leven en de komst van het voorjaar. Een tweede herfstgolf ontstond eind november, veroorzaakt door de extra besmettelijkheid vanwege het seizoenseffect. In januari 2021 was er de “Britse variant” die nog eens voor een extra 18% besmettelijkheid zorgde en de epidemie het lange golvende patroon gaf. Deze drie golven smolten samen tot één brede golf.
Tot zover volgde corona perfect de natuurwetten die ook bij griep gebruikt worden: de opbouw van immuniteit zorgt voor het voorspelbaar afremmen van een epidemie. Het verklaart volledig het verloop gedurende deze 5 maanden. Het was een periode die verder gekenmerkt werd door een veelheid van maatregelen, waarvan de werkzaamheid zeer discutabel was. Koopmans verklaarde het uitblijven van een zichtbaar effect als “De preventieparadox”, waarover ik publiceerde in het artikel “De paradox van de maatregelen”. De overheid heeft zelfs gepoogd om via de QR-code het maatschappelijk leven aan banden te leggen. Wij schreven daarover het artikel “De Fata Morgana van het 2G rendement”, dat een ernstige fout in de berekeningen van de TU-Delft blootlegde. Het voorstel is daarna door de Tweede Kamer verworpen.
Vanaf maart zien we echter al een belangrijk verschil ontstaan met de eerste golf: de ondersterfte blijft uit. De oversterfte hield aan en is vanaf dat moment niet meer te verklaren als gevolg van corona zelf.
Het Delta seizoen
In de herfst van 2021 ontstond een nieuwe golf, die de naam Deltagolf meekreeg na het ontdekken van een nieuwe variant van het corona virus: de Delta variant.

Hier is echter iets merkwaardigs te zien. De oversterfte begon al ruim voordat de Delta variant zelf verscheen. Anton Theunissen was de eerste die het signaleerde in het artikel Onverwachte oversterfte onder ouderen en Vanwaar al die zomerdoden?
We zien hier ook dat de oversterfte driemaal zo groot was als de sterfte aan corona zelf (de rode lijn) en dat is merkwaardig. Een sterftegolf in het begin van de herfst is zeer opvallend, ons immuunsysteem heeft hier kennelijk gehaperd. Ondanks het feit dat minder dan een derde deel bestond uit corona, werd deze golf toegewezen aan de Delta variant. Het grootste deel van deze oversterfte moet dus verklaard worden met andere virussen, waar kennelijk onvoldoende weerstand voor was. Onverklaarde oversterfte.
Afgezien van een paar weken waarbij de sterfte nog iets onder de verwachte waarde daalde, bleef daarna de ondersterfte uit.
Het vervolg
Na de Delta variant verschenen in 2022 de Omikron varianten, die veel minder ziekmakend waren, zoals ook in de sterftecijfers aan corona te zien was.

Corona sterfte verdween, maar de oversterfte bleef. In een artikel is deze oversterfte gemodelleerd. Het is officieel “onverklaarde oversterfte” en de overheid wil dat graag zo houden, de olifant in de kamer mag niet bij naam genoemd worden.
In het oorspronkelijke model werd de oversterfte op de lange termijn benaderd als een fenomeen dat zich gelijkelijk verdeelde over het jaar. Inmiddels begint het beeld te ontstaan dan de oversterfte zich manifesteert als een golfpatroon, precies gelijk met de verwachte golven. In de grafiek is dat aangegeven met de zwarte streepjeslijn “Prognose”. Geen oversterfte gedurende de zomermaanden, maar wel in de wintermaanden. In het seizoen 2023/24 is de seizoensinvloed gestegen van 16% naar 37% (vergelijk met de eerste grafiek 2018/2019). Dus op 1 februari 2024 overleden 37% meer mensen dan op 1 juli 2023. Dit gedrag suggereert dat ons immuunsysteem haperde, elk jaar meer dan het jaar daarvoor.
Het totaal te verwachten aantal overlijdens voor het seizoen 2023/24 (de zwarte streepjeslijn dus) komt dan uit op 173.000 en dat is inmiddels bijna 14.000 meer dan verwacht.
Welke mogelijk oorzaken kennen we?
- Uitgestelde zorg. De meest populaire verklaring van de overheid was “Uitgestelde zorg”. Naast het feit dat deze verklaring nog steeds niet gesteund wordt met cijfers, valt deze mogelijkheid af, omdat we anders iets anders hadden moeten zien. Van doeltreffende zorg mag je verwachten dat die het moment van overlijden uit zal stellen met zeg eens een jaar. Als deze zorg uitblijft, zal dus het moment van overlijden niet meer uitgesteld worden, maar een jaar eerder plaatsvinden. Daardoor dus meer overlijdens in 2020, maar juist minder in 2021. In telkens mindere mate zal dat dan ook voor de jaren daarna gelden. Maar we zien vanaf 2021 oversterfte en niet de ondersterfte door uitgestelde zorg. Deze cijfers dienen als voorbeeld, maar andere cijfers zullen het beeld niet veranderen.
- Onderregistratie. Het bepalen van de juiste overlijdensoorzaak is altijd lastig en soms arbitrair. Maar een zeker gegeven is het aantal overlijdens zelf. Het aantal overlijdens aan corona is inmiddels zo laag, dat het in vergelijking met de oversterfte verwaarloosbaar zal zijn en daarmee geen verklaring voor oversterfte.
- Iets met corona. Dat zou een vreemde oorzaak zijn. Tot april 2021 was er geen enkele aanwijzing dat een besmetting met corona een effect op langere termijn zou hebben. De onverklaarde oversterfte begon immers pas medio 2021!
- Accidentele val. Deze mogelijkheid werd recent door minister Dijkstra geopperd als een belangrijke oorzaak. Ook hier lijkt het onwaarschijnlijk dat sinds 2021 mensen voornamelijk in de wintermaanden van keukentrapjes vallen of struikelen over trottoirbanden. Wel kan het zijn dat “accidentele val” de rol heeft van de “kanarie in de kolenmijn”. Er worden namelijk sinds medio 2021 wel veel “plotselinge overlijdens” gemeld. Als dan de werkelijke doodsoorzaak niet onderzocht wordt, zou dat inderdaad “accidentele val” kunnen zijn.
- De olifant in de kamer. Dit is de enige overblijvende oorzaak, maar die niet genoemd en onderzocht mag worden.
Wat doet het RIVM?
De aanhoudende oversterfte is voor de overheid zeer ongemakkelijk. Het duidt op falend beleid en inmiddels wordt er alles aan gedaan om deze oversterfte uit de boeken te schrijven. Deze actuele grafiek illustreert deze aanpak:

Sinds 2024 heeft het RIVM de rapportage van de oversterfte overgenomen van het CBS. Twee belangrijke wijzigingen zijn daarbij doorgevoerd:
- De baseline is met bijna 10% verhoogd, waardoor er in de zomermaanden administratieve ondersterfte ontstaat. Deze compenseert dan de oversterfte in de wintermaanden en is er dus per saldo vrijwel geen oversterfte meer.
- De sterftecijfers van de laatste weken zijn altijd onvolledig en worden in de daaropvolgende weken verder aangevuld. De laatste week valt daardoor regelmatig binnen de bandbreedte, totdat er wordt bijgeplust. Door aan deze laatste week conclusies te verbinden, is het oordeel van het RIVM soms week na week: “Niet verhoogd”.
Ook het ONS in Engeland heeft deze aanpak inmiddels overgenomen: Estimating excess deaths in the UK, methodology changes: February 2024. Er lijkt dus enige vorm van coördinatie te zijn bij het herschrijven van de geschiedenis.
Conclusies
Nu corona vrijwel verdwenen is en niet meer is dan één van de virussen die circuleren, blijft de oversterfte aanhouden. Tot april 2021 was het verloop van de oversterfte vrijwel volledig te verklaren met de overlijdens aan corona. Daarna ontstaat er een grillig verloop, waarvan het beeld inmiddels ontstaat dat ook dat grillige verloop een duidelijk seizoenspatroon heeft. Is dat een haperend immuunsysteem? Het zorgt in 2024 voor meer dan een verdubbeling van de seizoensgebonden overlijdens. Een voorzichtige schatting leert dat de oversterfte in het seizoen 2023/24 uit zal komen op 14.000, iets meer dan in het jaar 2023 zelf.
Voor de actuele sterftecijfers zie sterftemonitor.nl
