Het RIVM claimt inmiddels dat er geen oversterfte meer is. Dat de oversterfte succesvol is bestreden, valt op te maken uit een brief die Prof. dr. ir. J. Brug (Directeur-generaal RIVM) schreef als antwoord op een vraag van Gijs van Loef. De meest opmerkelijke passage uit zijn antwoord is:
De verwachting is dat we niet, of in ieder geval niet op korte termijn, naar de trend van voor de coronapandemie zullen terugkeren. Met de verwachtte hogere sterfte, zal pas bij hogere absolute sterfte sprake zijn van oversterfte.
De conclusie is dus dat de sterfte weliswaar hoger is en zal aanhouden, maar dat er in ieder geval geen sprake meer is van oversterfte.
Uiteindelijk is oversterfte niet meer dan een conclusie die verbonden is aan cijfers en die horen bij een trend zoals prof. Brug ook al duidt. Hij bedoelt te zeggen dat er pas sprake is van oversterfte als de geobserveerde sterfte hoger is dan de berekende verwachte sterfte. We gaan dus het spoor van de cijfers volgen en zien hoe dan de oversterfte bestreden is.
Oversterfte
Als eerste kijken we naar de oversterfte. Het CBS levert daarvoor de cijfers. Wekelijks het aantal overlijdens en de sterfte prognose is dan het aftelpunt. Het verschil noemt het CBS de oversterfte en deze grafiek hoort daar dan bij:

We zien hier in het eerste jaar de oversterfte (zwart) gelijk oplopen met het aantal overlijdens aan corona (rood) volgens de officiële cijfers van het RIVM. Tussendoor daalt de oversterfte tot binnen de bandbreedte. Vanaf 2022 is corona vrijwel van het toneel verdwenen en blijft de “onverklaarde oversterfte” over: de oversterfte daalt zelden meer terug binnen de bandbreedte. Van belang is wel dat we hier de bandbreedte tonen conform de methode die decennialang in Nederland is toegepast.
Ondersterfte
Wat we niet moeten vergeten, is de te verwachten ondersterfte in rekening te brengen. Dat is de vervroegde sterfte, waardoor mensen na een besmetting met corona eerder overlijden dan verwacht. Het principe is uitgebreid uitgelegd in de post “Vergeet alle grafieken”. We volstaan hier met het tonen van deze lijn:

De groene lijn is de ondersterfte die we zouden moeten verwachten als er geen corona meer zou zijn. We zien dat in de zomer van 2020 de oversterfte inderdaad daalde tot de prognose. Alleen de hittegolf priemde er tussendoor en daarna de tweede golf. In de zomer van 2021 zien we de onverklaarde sterfte ontstaan, zeker als we deze afzetten tegen de ondersterfte die we hadden moeten krijgen.
Netto oversterfte
Ontbrekende ondersterfte betekent dat er meer overlijdens zijn dan verwacht. We kunnen van de groene lijn de nieuwe nullijn maken, het is immers de verwachte sterfte. Ten opzichte van die nullijn schuift de zwarte oversterftelijn dan deels omhoog.
In de volgende grafiek hebben we dat gedaan en krijgen dan een “Netto oversterfte”:

In het zwart weer de oversterfte, maar nu “netto”, dus rekening houdend met de ondersterfte die we hadden moeten zien. Nu zien we duidelijk de volledig verdwenen oversterfte in de zomer van 2020. Maar vooral krijgen we nu beter zicht op de onverklaarde oversterfte die in april 2021 begint. Daar gaan oversterfte en corona plotseling uit elkaar lopen: geen corona, wel een oversterfte van rond de 40 per dag. Met uitzondering van de zomer van 2023, schommelt de oversterfte voortdurend tussen de 25 en 50 per dag.
Verwachting van RIVM
Het RIVM heeft een andere opvatting over de berekening van de te verwachten sterfte. In zijn brief verwijst prof. Brug naar de RIVM-website voor uitleg van de rekenprocedure. Het komt erop neer dat de laatste 5 jaar worden gebruikt voor de verwachting van de komende jaren, slim rekening houdend met pieken die verwijderd worden. Deze verwachting is ingetekend in deze grafiek als een blauwe lijn:

We zien hier de voortdurende bijstelling gedurende de afgelopen 5 jaar. Door de oversterfte in de referentieperiode wordt het verschil tussen werkelijke sterfte en de verwachting steeds kleiner en vormt zo de basis voor de bestrijding van de oversterfte.
Bestrijding gelukt
In deze grafiek zien we het eindresultaat zoals dat uit het RIVM-model rolt. De blauwe lijn met de bijstellingen trekken we strak naar de nullijn van de grafiek:

Tot 2021 een flink hogere oversterfte, die vanaf 2022 daalde tot binnen de verwachtingen van het RIVM, mede dankzij het telkens verbreden van de bandbreedte. Oversterfte is dankzij de toepassing van een rekenmodel, waar decennia aan expertise in zit verwerkt, effectief bestreden.
Conclusies
Door het toepassen van een eigen rekenmodel is Nederland er dankzij het RIVM in geslaagd om de nationale oversterfte succesvol te bestrijden. Het RIVM heeft bovendien redenen om aan te nemen dat we, in ieder geval voorlopig, niet “naar de trend van voor de coronapandemie zullen terugkeren”. Volgens het RIVM heeft er sinds 2021 een weliswaar onbegrepen, maar desondanks structurele verhoging van de sterfte met 15% plaatsgevonden. Hiermee verdwijnt de oversterfte van het toneel totdat, aldus het RIVM, de sterftecijfers weer gaan stijgen.
Het door het RIVM ontwikkelde rekenmodel biedt mogelijkheden voor andere toepassingsgebieden, bijvoorbeeld de klimaatproblematiek en criminaliteitsbestrijding: door het aanpassen van de norm met cijfers uit het recente verleden, worden toekomstige doelen eenvoudiger gehaald. En de financiële sector zou er ook blij mee zijn: het geld is weer iets minder waard geworden, maar dat hadden we al verwacht, dus er is toch geen inflatie.