Het artikel “Informed Consent en Compassionate Use” op Medisch Ethisch Contact bespreekt de toepassing van ‘informed consent’ en ‘compassionate use’ tijdens de COVID-19-vaccinatiecampagne in Nederland. Cees van den Bos heeft vele WOB-documenten geanalyseerd en op basis daarvan is dit artikel tot stand gekomen. Hierbij een korte samenvatting.
Informed Consent
‘Informed consent’ houdt in dat een patiënt volledig wordt geïnformeerd over de voor- en nadelen van een medische behandeling voordat hij of zij toestemming geeft. Dit principe is vastgelegd in de wet en maakt deel uit van de Neurenberg Code, opgesteld na de Tweede Wereldoorlog om ethische medische praktijken te waarborgen.
Tijdens de COVID-19-vaccinatiecampagne werd de verantwoordelijkheid voor het informeren van burgers grotendeels overgelaten aan overheidscommunicatie, met verwijzingen naar websites voor informatie. Het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie (NKC), onder leiding van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), speelde hierin een centrale rol en streefde naar een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad. Dit leidde tot spanningen tussen het volledig informeren van burgers en het streven naar hoge vaccinatiecijfers. Artsen die expliciet om ‘informed consent’ vroegen of kritiek hadden op het vaccinatiebeleid, werden soms vervolgd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), in bepaalde gevallen op aandringen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Daarnaast werd de term ‘informed consent’ door de overheid gebruikt in de context van het delen van persoonsgegevens voor monitoring en onderzoek, wat verwarring veroorzaakte. De toestemming die burgers gaven voor het delen van vaccinatiegegevens werd niet altijd aangepast aan de veranderende toepassingen van deze gegevens, zoals voor het Corona Toegangsbewijs (CTB).
Compassionate Use
‘Compassionate use’ verwijst naar het gebruik van medische middelen die nog in onderzoeksfasen verkeren, om te voorzien in onvervulde medische behoeften. De COVID-19-vaccins kregen een voorwaardelijke markttoelating onder deze regeling. Er waren echter discussies over alternatieve behandelingen zoals hydroxychloroquine en ivermectine, die niet dezelfde toelating kregen. Artsen die deze middelen off-label voorschreven, werden soms beboet, en apothekers werden aangemoedigd om dergelijke praktijken te melden.
Conclusie
Het artikel concludeert dat er tijdens de vaccinatiecampagne sprake was van bedrog, dwang en overdrijving, wat in strijd is met de Neurenberg Code. De vaccins hadden een experimenteel karakter, aangezien ze zich in onderzoeksfase III bevonden en er nog veel onbekend was over hun effecten. Artsen werden beperkt in hun vermogen om objectieve informatie te verstrekken, en degenen die wel ‘informed consent’ toepasten, werden soms tegengewerkt door de autoriteiten.